Eiwitten

Ons lichaam bestaat namelijk voor meer dan 18% uit eiwitten¹. Een groot deel van de eiwitten die u nodig heeft, haalt u uit uw voeding.

Waarvoor hebben we eiwitten nodig?

Eiwitten bestaan uit verschillende aminozuren, de bouwstenen van uw lichaam. Ze zitten in bijvoorbeeld spieren en organen, het zenuwstelsel, de botten en het bloed. Ze dragen onder andere bij aan de groei en het sterker maken van uw spieren. Eiwit is dus een belangrijke bouwstof.

Daarnaast zijn eiwitten ook betrokken bij allerlei regelprocessen in uw lichaam. Veel enzymen (nodig voor bijvoorbeeld de spijsvertering), afweerstoffen en hormonen zijn eiwitten.

Voor het transport van stoffen in het bloed en in de cel heeft u ook eiwitten nodig. Een voorbeeld hiervan is hemoglobine, de rode kleurstof in ons bloed die zuurstof van de longen naar de rest van het lichaam vervoert.

Om te kunnen bewegen en het lichaam warm te houden heeft uw lichaam energie nodig. Eiwitten leveren, net als koolhydraten en vet energie, maar worden vooral gebruikt als bouwstof. Eén gram eiwit levert 4 kilocalorieën.

Eiwitten in onze voeding

Sommige aminozuren kan het lichaam zelf aanmaken, andere moeten we via onze voeding binnenkrijgen. Deze aminozuren noemen we essentiële aminozuren. Eiwitten komen voor in zowel plantaardige als dierlijke producten. Dierlijke eiwitten zitten vooral in vlees, vis, zuivel en eieren. Plantaardige eiwitten zitten onder andere in peulvruchten, noten en granen.

Dit heeft u dagelijks nodig

De Gezondheidsraad heeft op basis van wetenschappelijk onderzoek vastgesteld dat volwassenen gemiddeld 0,8 gram eiwit per kilo lichaamsgewicht nodig hebben. Voor een persoon van 75 kg betekent dat ongeveer 60 gram eiwit per dag. Sommige groepen, zoals vegetariërs, kinderen of zwangere vrouwen hebben meer nodig.

^{1. De Henauw, S. et al. (2017), Handboek voeding. Van basisconcepten tot metabolisme. Leuven/Den Haag: Acco.}

↩ Terug naar de kennisbank